Waarom is er de voorbije vijftig jaar amper onderzoek gedaan naar psychedelica?
“In de jaren 1960 verplaatste lsd zich van de laboratoria naar de buitenwereld, waar het in de culturele sector voor een explosie aan creativiteit zorgde. Maar ook de politieke wereld voelde de impact, een nieuwe tegencultuur protesteerde bijvoorbeeld tegen de oorlog in Vietnam. De Amerikaanse autoriteiten waren daar niet mee gediend en lanceerden, in een poging de sociale onrust te temperen, een globale campagne met als boodschap: ‘psychedelica zijn gevaarlijke en verslavende harddrugs’.
“In 1971 volgden ook de Verenigde Naties dat betoog. Ook psilocybine − beter bekend als mushrooms of paddo’s − en mescaline werden opzijgeschoven. Zo hebben we veel waardevol onderzoek naar de effecten van psychedelica gemist.”
Heel concreet: wat gebeurt er eigenlijk met onze hersenen als we een psychedelicum nemen?
“Je hersenen bestaan uit netwerken die elk een specifieke functie hebben en met elkaar verbonden zijn. Zo heb je een netwerk voor je zicht, voor je gehoor, voor aandacht en planning,… Je hersenen integreren al die netwerken via een speciale set neuronen: de laag-V-piramidecellen. Zij coördineren de boel door middel van elektriciteitsgolven die tussen de netwerken stromen. Die piramidecellen hebben de hoogste concentratie serotonine 2a-receptoren, en dat zijn nu juist de cellen waar psychedelica zich aan binden. Zeer belangrijk, want serotonine kennen we als een belangrijke neurotransmitter die gevoelens van angst, agressie en verdriet onderdrukt.
“Voorts zien we op hersenscans dat psychedelica atypische hersengolven genereren: de sterke alfagolven maken plaats voor oppervlakkige en ongesynchroniseerde golven. Dat betekent dat de hoger functionerende hersendelen, die normaal gezien alle breininput coördineren, niet meer op dezelfde manier met elkaar communiceren. Vergelijk het met een orkest zonder dirigent: de individuele instrumenten brengen geen deuntje meer voort, maar onvoorspelbare klanken. Je hersendelen gaan op een gelijkaardige manier freestylen. Er ontstaat een veranderd bewustzijn, wat bijvoorbeeld voor hallucinaties zorgt.”
U gelooft in de positieve werking van psychedelica, vooral wanneer ze in een afgemeten en gecontroleerde context gebruikt worden. Zijn medische psychedelica volgens u de toekomst?
“Uit eigen onderzoek bleek dat één enkele dosis van 25 milligram psilocybine in combinatie met psychotherapie een sterkere antidepressieve werking had bij moeilijk te behandelen patiënten dan om het even welke andere therapie die al voorhanden is. Na een week verminderde hun depressiescore met de helft. We vermoeden dat psilocybine en wellicht ook andere psychedelica zo efficiënt zijn omdat ze de werking van de hersenen verstoren en zo rigide en negatieve denkpatronen doorbreken. Antidepressiva beschermen je brein zoals een plaaster je gebroken been beschermt: beide worden geïmmobiliseerd. Ze vlakken de negatieve gevoelens van de depressie af, maar ook andere indrukken en emoties. Psychedelica doen het helemaal anders: ze grijpen actief in en doorbreken zo de loop van destructieve, depressieve gedachten.
“Tegelijkertijd doen ze de neuroplasticiteit toenemen, het vermogen van je hersenen om nieuwe neuronale verbindingen te leggen, wat zorgt voor een grotere connectiviteit in de hersenen, waardoor mensen met een depressie tot nieuwe manieren komen om de problemen te overwinnen die tot die depressiviteit hebben geleid. Psychedelica kunnen je uit destructieve denkpatronen halen. Bij een aantal patiënten kwam de depressie pas na acht jaar terug, maar bij de meesten was ze er na zes maanden weer. Hoe we die terugval kunnen voorkomen, wordt nu onderzocht.
“Ondertussen zijn een aantal kleine farmaceuten gestart met het ontwikkelen van psilocybinetherapie. Het zijn spannende tijden, want psychedelica zouden ook helpen bij andere aandoeningen, zoals posttraumatische stressstoornis (PTSS), dwangstoornissen, eetstoornissen, alzheimer, verslavingen, beroertes, chronische hoofdpijn en andere pijnklachten. Ketamine wordt nu al ingezet als antidepressivum omdat het al een hele poos als anestheticum geregistreerd staat en er dus veel meer onderzoek naar gedaan is, in tegenstelling tot klassieke psychedelica. MDMA wordt binnenkort waarschijnlijk ook in de VS en Canada geregistreerd voor de behandeling van PTSS. De klassieker psilocybine zal allicht het snelst goedgekeurd worden als medicijn, misschien volgend jaar al, om depressies te behandelen.”
Maar hoe veilig is het om een drug als geneesmiddel in te schakelen? Kunnen we bijvoorbeeld verslaafd raken aan psychedelica?
“Wat een verslaving typeert, is dat je er een tolerantie voor opbouwt: hoe langer je een product gebruikt, hoe minder intens het effect, en hoe zwaarder de afkickverschijnselen. Klassieke psychedelica werken niet op die manier, wat ook verklaart waarom ziekenhuizen niet vol liggen met mensen die afhankelijk zijn lsd of psilocybine.
“Hoe vaker je psychedelica neemt, hoe minder je de psychedelische effecten ervan zult voelen, dat klopt.Maar je krijgt geen afkickverschijnselen van psychedelica, behalve van ayahuasca, maar zelfs dat effect is minimaal.
“Psychedelica hebben zelfs een antiverslavende werking: ibogaïne wordt gebruikt om opiatenverslaving aan te pakken, en momenteel wordt onderzocht of psilocybine en lsd mensen kunnen helpen die verslaafd zijn aan tabak, heroïne, cocaïne en alcohol. Het klinkt misschien raar, maar je raakt minder snel verslaafd aan psilocybine dan aan cafeïne.”
Maar MDMA- en ketamineverslavingen bestaan toch wel?
“De kans dat je verslaafd raakt bestaat, maar is een pak kleiner dan bij cocaïne of heroïne. Zeker bij MDMA is er doorgaans geen ongebreideld verlangen om te blijven gebruiken. Mensen stoppen er meestal mee wanneer ze in een andere sociale context terechtkomen en bijvoorbeeld minder naar nachtclubs gaan.
“De kans om verslaafd te raken aan ketamine is even groot als de kans dat je verslaafd raakt aan alcohol. De kans dat je aan MDMA blijft hangen, is dan weer iets kleiner dan de kans dat je afhankelijk wordt van alcohol. En ik spreek hier nu over illegaal gebruik, waarbij MDMA en ketamine in veel hogere dosissen gebruikt worden dan in een psychiatrische context, waarbij een patiënt een beperkt en op voorhand vastgesteld aantal behandelingen ondergaat. MDMA is mogelijk niet geschikt als geneesmiddel dat dagelijks wordt ingenomen, zoals antidepressiva, maar als onderdeel van een omlijnde therapie is MDMA wel degelijk veilig.”
Kan ook het omgekeerde gebeuren? Psychedelica die tot psychologische problemen leiden?
“Er doen nog veel hardnekkige broodjeaapverhalen de ronde. Als je meer dan zeven keer lsd neemt, zou je er geestelijk gestoord van worden. De kern van dat verhaal ligt wellicht hier: wie in een trip belandt, komt vaak in een toestand terecht die lijkt op een psychose: een gevoel van onwerkelijkheid, controleverlies, verlies van je zelfbesef,… Dat heet psychotomimetica: psychedelische symptomen die psychotische kenmerken nabootsen. Maar dat een vroegtijdige dood of fried brains een onvermijdelijk gevolg zijn van psychedelicagebruik kunnen we ondertussen wel ontkrachten.
“Veel eerste lsd-gebruikers hebben trouwens een hoge leeftijd bereikt. De Zwitserse Albert Hofmann, de ontdekker van lsd, en Joel Elkes, hoogleraar experimentele psychiatrie in het Verenigd Koninkrijk, gebruikten allebei en allebei zijn ze ouder dan honderd geworden. Als psychedelica massaal tot mentale problemen zouden leiden, zouden we massaal ‘acidslachtoffers’ moeten zien bij die miljoenen mensen die in de jaren 50 en 60 gebruikten. Er zijn uiteraard wel anekdotische bewijzen, maar die zijn zeer zeldzaam. Zoals een collega van me stelt: psychedelicagebruik is een psychologisch intense ervaring en heel veel mensen wijten alles wat hun in de rest van hun leven overkomt aan die psychedelische ervaring.
“Volgens de huidige wetenschappelijke consensus veroorzaken psychedelica geen psychose, tenzij bij mensen die daar echt gevoelig voor zijn. Uit een recent Noors onderzoek blijkt dat mensen die psychedelica gebruiken geen grotere kans hebben op angststoornissen, depressie, suïcidaliteit of een andere ernstige vorm van psychisch lijden dan niet-gebruikers.”
Waarom beleven mensen soms een slechte trip?
“Dat weten we nog niet. Wat wel een rol speelt is de setting. Wie psychedelica in een slechte setting neemt, kan angst, stress en paranoia ervaren. Een extreem voorbeeld zijn de lsd-experimenten van de CIA ten tijde van de Koude Oorlog. Het was de bedoeling om met de hulp van lsd communisten tot kapitalisten te herprogrammeren. Soldaten en burgers, zelfs minderjarigen, waren vastgebonden en geblinddoekt en kregen zonder dat ze dat wisten lsd toegediend, wat vreselijke gevolgen had voor hun geestelijke gezondheid. Maar ook een trip in het gezelschap van mensen bij wie je je niet helemaal goed voelt of op een moment dat je je slecht voelt, kan je ervaring beïnvloeden. We weten dat mensen met een depressie meer kans hebben op een moeilijke, pijnlijke trip omdat ze hun trauma herbeleven. Ook een te hoge dosis kan een rol spelen.
“Sommige mensen beleven na een lsd-trip eigenaardige flashbacks. Ze herbeleven visuals en andere druggerelateerde symptomen. Maar die mentale katers zijn zeldzaam. Ze heten hallucinogen persisting perception disorder (HPPD). In extreme vorm zorgen ze voor maanden- of jarenlange audiovisuele en perceptuele vervormingen.”
Hoe staat u tegenover microdoseren: dosissen psychedelica nemen die zo laag zijn dat je er niet van gaat trippen, maar waar je wel creatiever en productiever van zou worden?
“Wie aan microdoseren doet, neemt regelmatig een twintigste tot een tiende van een recreatieve dosis, en ook een stuk minder dan de medicinale dosis die wij in onderzoeken hanteren. Meestal gaat het om psilocybine of lsd, minder vaak om ayahuasca of ibogaïne. Die dosis, die onder de normale drempelwaarde ligt, heeft als doel de cognitieve vaardigheden te verbeteren, meer energie en creativiteit te genereren en angstgevoelens tegen te gaan. De meeste mensen nemen die microdosis twee of drie keer per week, meestal aan het begin van de werkdag, gedurende vier tot acht weken, gevolgd door een pauze van twee weken.
“Online lees je duizenden getuigenissen over microdoseren, grotendeels positief, maar we weten allemaal dat ‘data’ niet het meervoud is van ‘anekdote’. Gedegen onderzoek is nog niet gebeurd. Er is dus geen wetenschappelijk consensus over hoe het werkt, en óf het werkt. Microdoseren is een mainstreamgebeuren, maar formele onderzoeken zijn schaars, juist omdat psychedelica in veel landen illegaal zijn. Als onderzoeker loop je tegen dezelfde barrières aan als wanneer je het effect van grotere dosissen wil bestuderen: het risico voor je carrière, de gigantische kosten, veiligheidsregels,…”
En in de weinige onderzoeken die wel konden doorgaan, speelt het placebo-effect wellicht een belangrijke rol?
(knikt) “Specifiek bij onderzoek naar psychedelica weten we dat de mindset van proefpersonen, dus ook hun verwachtingen, een belangrijke rol spelen. Aan het Imperial College hebben we een trial opgezet en de resultaten waren verrassend. Na vier weken merkten de deelnemers die microdosissen namen een verbetering op in een aantal psychologische criteria, zoals welzijn en mindfulness. Het gekke was: ook de groep die een placebo had genomen noteerde die verbeteringen. Ze waren erin geslaagd om een ervaring van een ‘veranderd bewustzijn’ te genereren op basis van verwachtingen. Microdosering heeft een positief effect, maar het is wellicht niet groter dan het placebo-effect.”
Is microdosering dan zinloos?
“Hoeveel mensen zijn er niet die vitamines slikken waarvan we eigenlijk niet weten of ze wel werken? Als je denkt dat die vitamines je helpen, zul je er profijt bij hebben. Hetzelfde gebeurt met psychedelica, want placebo’s hebben wel degelijk een aantoonbaar neurologische impact. Het is geen verwaarloosbaar effect dat we ons inbeelden. Op scans is bijvoorbeeld te zien hoe het brein oplicht wanneer iemand een suikerpil krijgt. Kathryn T. Hall, geneticus en universitair docent geneeskunde aan Harvard Medical School, denkt dat die signalen van het placebo-effect wel degelijk een biologisch genezingsproces activeren en bijvoorbeeld voor pijnverlichting kunnen zorgen.
“Een volledige dosis psychedelica zorgt voor een grotere neuroplasticiteit, maar of dat ook bij microdoseren gebeurt, is nog niet duidelijk. Nieuw onderzoek impliceert alleszins van wel. Mogelijk is er ook een effect op de zenuwen in de darmen en misschien zelfs op het microbioom, de beestjes in je darmen die een groot effect hebben op je algemene welzijn.
“Israël doet momenteel onderzoek naar de antipsychotische werking van microdosering: het zou de serotoninereceptoren desensitiseren en dus een gunstig effect hebben op psychoses. Voorts zijn er aanwijzingen dat psychedelica de hersenfunctie verbeteren omdat ze ons weerbaarder maken tegen stress. Mogelijk beschermen ze zelfs tegen dementie. Maar er zijn ook belangrijke wetenschappelijke stemmen die die stelling tegenspreken. Meer klinisch onderzoek is nodig.
“Er is op dit moment geen overheersend bewijs dat microdoseren werkt, maar er lijken ook geen zorgwekkende negatieve bijwerkingen te zijn. Hoewel er natuurlijk nog geen langetermijnonderzoek is gebeurd. Er zijn nog veel variabelen die nog niet onderzocht zijn. Misschien werkt het wel beter als je het langer doet. Of misschien heeft het alleen effect bij mensen die een laag serotoninesysteem hebben, of al te maken hadden met aandoeningen als depressies.”
Psychedelica als medicijn, David Nutt, uitgegeven
bij EPO, 320 p., 26,99 euro
3 hallucinante inzichten over psychedelica
Eén enkele dosis van 25 milligram psilocybine in combinatie met psychotherapie heeft een sterkere antidepressieve werking bij moeilijk te behandelen patiënten dan om
het even welke andere therapie.
Je krijgt geen afkickverschijnselen van psychedelica, sommige hebben zelfs een antiverslavende werking. Je raakt minder snel verslaafd aan psilocybine dan aan cafeïne.
Veel eerste lsd-gebruikers hebben een hoge leeftijd bereikt. De ontdekker ervan, en tevens gebruiker, werd zelfs honderd.