Hoeveel subsidies gaan er naar cultuur?
Jan Jambon was nog maar een dikke maand minister van Cultuur, en toch was het hem al gelukt de hele sector tegen zich in het harnas te jagen. Honderden mensen betoogden in Brussel en verzamelden in het Vlaams Parlement. De aanleiding voor de onrust? Besparingen op de werkingssubsidies, maar vooral de pot van projectsubsidies die met 60 procent ofwel vijf miljoen euro daalde. “Dat is misdadig en ook redelijk belachelijk”, sneerde Luc Tuymans. “Hij heeft niet aangevoeld hoe de sector in elkaar zit”, hekelde Michael Pas, voorzitter van de Acteursgilde en een van de gezichten van het protest, de beslissing.
Een valse start, die er ook niet zomaar kwam. Vanuit de cultuursector werd er al met een bang hart uitgekeken naar een cultuurminister van de N-VA: er was niet alleen een regeerakkoord dat enkele Vlaamse klemtonen legde, ook de wederzijdse afkeer tussen de ‘linkse cultuursector en rechtse minister’ hielp niet. “Vanuit de sector werd er met wantrouwen, misschien zelfs een vooringenomenheid vertrokken”, zegt professor cultuurmanagement Annick Schramme (UA).
Maar het gebeuk op Jambon hielp, of misschien waren het toch de tomaten die naar zijn hoofd gegooid werden tijdens de uitreiking van de Ultima-cultuurprijzen begin 2020. Enkele maanden later vond Jambon toch nog ergens een potje geld en herstelde hij de projectsubsidies in ere.
Het begin van meer, bleek. In de jaren daarna verhoogde Jambon meermaals de middelen: kunstorganisaties ontvingen medio 2022 25 miljoen euro extra tijdens de subsidieronde, musea en archieven kregen een jaar later eenzelfde bedrag extra, het Vlaams Audiovisueel Fonds werd verblijd met 3 miljoen euro meer, Literatuur Vlaanderen met 1,6 miljoen euro extra… Het kunstentijdschrift De Witte Raaf berekende dat het cultuurbudget onder Jambon steeg van 365 miljoen euro in 2019 naar 484 miljoen euro dit jaar. “De cultuursector heeft écht niet te klagen over deze ‘hyperconservatieve, extreme flamingant”, pochte Jambon eind vorig jaar in Dag Allemaal.
Voor musea en erfgoedinstellingen was het een broodnodige inhaaloperatie, zegt Patrick Allegaert van het Vlaams Museumoverleg. “Regering na regering werd er geen werk van gemaakt: we kwamen telkens op het einde van een regeerperiode en het werd doorgeschoven naar een volgende regering. Erg frustrerend. Onder Gatz kwam er een eerste inhaalbeweging van tien miljoen euro, maar met deze grote impuls kunnen we eindelijk beantwoorden aan wat het decreet van ons verwacht.”
Toch betekent dat niet dat nu alles zomaar hosanna is in de cultuursector. Zeker uiterst rechts mag dan nog steeds graag het beeld ophangen van de subsidieslurpende cultuursector waar het geld tegen de plinten klotst, de realiteit is wezenlijk anders. “Rekening houdend met besparingen uit het verleden, de inflatie en de daar bijbehorende daling van de koopkracht heeft Jambon de budgetten teruggebracht op het niveau van 2014”, verduidelijkt Leen Laconte van oKo, de koepelorganisatie voor 245 kunstenorganisaties. “Daar zijn we dankbaar voor en het zorgde ervoor dat we qua realisaties en tewerkstelling niet zwaar achteruitgaan. Maar de financiële houdbaarheid staat nog steeds onder druk.”
Hoe overleefden de kunsten corona?
Dat Jambon de cultuursector rijkelijk bedeelde, heeft ironisch genoeg ook veel met de coronacrisis te maken. De cultuursector was tijdens die jaren een van de grootste slachtoffers van de strenge regels en vele sluitingen. Dat Jambon op de beruchte persconferenties vaak een weinig krachtdadige indruk maakte, hielp niet om de relaties te herstellen. De minister-president slaagde er nauwelijks in de cultuursector, waarvoor hij ook bevoegd is, te verdedigen en na een zoveelste sluiting kwam de sector opnieuw op straat. “De cultuursector heeft te strenge maatregelen opgelegd gekregen tijdens corona. Ik heb me vergist”, gaf zelfs premier Alexander De Croo (Open Vld) vorige week nog toe tijdens een Instagram-gesprek met Koen Wauters.
Met Podium 19 kwam er tijdelijk een tv-zender waar cultuurliefhebbers aan hun trekken kwamen, maar Jambon besefte dat er meer nodig was om de bloedende cultuursector weer gezond te maken. Van de meer dan 4 miljard euro die de Vlaamse regering uittrok voor een relanceplan, ging er 160 miljoen euro naar de cultuursector. Ook toen de energiecrisis de gas- en elektriciteitsfacturen van de cultuurhuizen de pan deed uitswingen, trok Jambon 16 miljoen euro uit om de hoogste nood te lenigen.
Waar ging het geld naartoe?
Het relancegeld van corona werd grotendeels in infrastructuur geïnvesteerd, bovenop andere investeringen die ook al in het regeerakkoord aangekondigd waren: een nieuwe site voor Musea Brugge, verbouwingen van het Kaaitheater en het Design Museum,… De lijst is lang en in totaal goed voor 195 miljoen euro, becijferde De Witte Raaf. “Er werd meer aan infrastructuurprojecten uitgegeven dan de voorbije twee legislaturen samen.”
Dat er zoveel geld naar gebouwen ging, lokte in het begin veel kritiek. “Er moet nu geïnvesteerd worden in talent, niet in infrastructuur”, liet onder meer Robrecht Vander Beeken, vakbondsverantwoordelijke voor ABVV-ACOD Cultuur, via deze krant scherp weten. Maar het was het wel broodnodig, benadrukt Leen Laconte van oKo. “Het is werk dat vaak niet zo zichtbaar is, maar onze erkenning ervoor is groot. Het draagt onder meer bij aan de veiligheid en het comfort voor medewerkers en publiek.”
Die investeringen zijn ook typisch voor N-VA, meent Annick Schramme, alleen zijn ze te vaak weinig doordacht. “Infrastructuur heeft ook te maken met de kwaliteit van de leefomgeving, het delen van gebouwen… Daar ontbreekt het nog te vaak aan visie.”
Wat met de ‘Vlaamse’ agenda van Jambon?
Bij de start van de regeerperiode voedden enkele passages in het regeerakkoord en de beleidsnota het wantrouwen, omdat ze volgens critici een cultuurbeleid met een Vlaamse agenda aankondigden. Jambon kondigde een Vlaamse canon en een museum voor de geschiedenis en cultuur van Vlaanderen aan, en voegde daar later nog de reeks Het verhaal van Vlaanderen aan toe. Voor die VRT-reeks trok Jambon 450.000 euro uit.
De angst die velen hadden, bleek echter grotendeels ongegrond. “De canon is opgesteld door een onafhankelijke commissie die zich ver van de politiek hield”, zegt Olga Van Oost, algemeen directeur van FARO, het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed. “Het eindresultaat is een sterk product.”
“Jambon heeft geen Vlaamse agenda doorgedrukt”, geeft Patrick Allegaert aan. Hij is echter vooral blij dat het plan om een nieuw Vlaams museum te bouwen van tafel is geveegd. In de plaats daarvan kwam een virtueel museum van Vlaanderen, het in maart gelanceerde FAAM. “Daarover is uitvoerig en constructief overlegd met de musea, en de ontwikkeling is in nauwe samenwerking verlopen. Zo kan de sector ook voordeel halen uit FAAM, bijvoorbeeld door bepaalde zaken toegankelijker te maken. Dat heeft tot vertrouwen geleid.”
Wie zijn de winnaars van het cultuurbeleid?
Meer budget voor musea, erfgoed en archiefinstellingen. Een Vlaams digitaal museum. Het internationaal promoten van de Vlaamse meesters. Als Jambon cultuur onder de aandacht brengt, dan is het vooral met dergelijke initiatieven. Zijn hoogtepunt was wellicht de succesvolle heropening van het KMSKA in Antwerpen na een decennium van renovaties. Hoewel het een project was dat door zijn voorgangers opgestart was, kon Jambon de vruchten plukken. Het kreeg dan ook veel aandacht.
Te veel, volgens zijn critici, die vinden dat Jambon maar al te vaak focust op zulke prestigeprojecten en grote namen. “Die klemtoon is er inderdaad, maar dat hoeft niet erg te zijn”, meent Patrick Allegaert van het Vlaams Museumoverleg. “Vlaanderen wordt zo ook internationaal gezien als een sterk gebied op het vlak van musea.”
Als erfgoed en digitalisering samengaan – Jambon is en blijft immers een informaticus – is hij helemaal in zijn nopjes. “Op het vlak van digitale transformatie zijn er grote stappen gezet”, geeft Olga Van Oost van FARO aan. “Jambon heeft daar echt een speerpunt van gemaakt en de ambities zijn groot. Alleen is het nog af te wachten hoe dat verder uitpakt.” Het is bijvoorbeeld maar de vraag wat een volgende minister met het virtuele museum FAAM zal doen. Zonder blijvende inspanningen zou dat een stille dood kunnen sterven.
En wie verliest?
Waar er winnaars zijn, zijn er ook verliezers. Zo lag Jambon bijvoorbeeld niet echt wakker van de cultuurparticipatie van kansengroepen. “Op dat vlak, en ook op het vlak van duurzaamheid, hebben we eigenlijk stappen achteruitgezet”, zegt Leen Laconte. Het Participatiedecreet, dat middelen voorzag zodat onder meer personen in armoede of gedetineerden ook aan cultuur konden doen, werd afgeschaft en vervangen door het nieuwe decreet Digitale Transformatie.
Ook op andere gebieden toonde hij weinig of geen ambitie en bleven resultaten uit, zoals in de cultuureducatie. “Aangezien onderwijs ook in handen was van een N-VA-minister hadden we daar ook meer vooruitgang verwacht dan uiteindelijk gerealiseerd is”, zegt Laconte. “Dat is toch een gemiste kans geweest.”
“Inhoudelijk ligt wat hij heeft gedaan in de lijn van het vorige cultuurbeleid”, besluit professor Schramme. “Hij heeft geen grote stenen in de rivier verlegd, maar in het licht van de geschiedenis zal hij niet negatief beoordeeld worden.”
Wat is de grootste bedreiging? Politisering
Maar als men naar de toekomst kijkt, heerst er veel ongerustheid. Het wantrouwen waarmee hij zijn ambtsperiode begon, is niet verminderd. Integendeel. Vooral de politisering van de cultuursector baart velen zorgen. Vaak gebeurt het lokaal, zoals toen de foto’s van Mous Lamrabat in de Antwerpse Arenbergschouwburg verwijderd werden op bevel van Antwerps schepen van Cultuur Nabilla Ait Daoud (N-VA).
Maar ook Jambon laat zijn invloed gelden. Wanneer het Gentse kunstencentrum 404 onderdak biedt aan Extinction Rebellion wordt de algemeen coördinator op het kabinet gesommeerd. Als een twintigtal Brusselse cultuurhuizen, waaronder het Kaaitheater, een ramadanvriendelijk label introduceren, beschouwt Jambon zo’n “religieuze inmenging in de cultureel-artistieke praktijk” als “zeer problematisch.” GetBasic, de vzw achter Dewereldmorgen.be, en Vrede vzw krijgen zelfs op vraag van Jambon de inspectie over de vloer naar aanleiding van publicaties over het conflict in het Midden-Oosten omdat die de kant van Hamas zouden kiezen.
En dat zijn dan nog de meest zichtbare invloeden. Achter de schermen gebeurt er ook veel. “Het aantal kunstorganisaties dat rechtstreekse beheersovereenkomsten heeft met overheden is verdrievoudigd in de loop van deze legislatuur”, duidt Leen Laconte. “Ook het aantal regeringscommissarissen steeg gevoelig. Dat hoeft niet per se een probleem te zijn, maar we zien dat politieke mandatarissen in besturen hun mandaat steeds meer gebruiken om partijspecifieke standpunten in te nemen en de implementatie ervan op het beleid van de kunstenorganisatie af te dwingen. Dat strookt niet met de geest van decretale en deontologische kaders zoals de Code Goed Bestuur en het Cultuurpact, dat weliswaar aan optimalisering en actualisatie toe is.”
“Wij zijn erg afhankelijk van subsidies”, zegt Olga Van Oost. “Maar het is niet omdat je ergens in investeert, dat je meteen een politieke agenda moet doordrukken. Nu wordt er geflirt met de grenzen. Dat is van alle tijden, maar het zal nog sterker worden. Een museum moet een plek zijn waar debat mogelijk is, waar gediscussieerd wordt. Dat moet losstaan van wat het bestuur erover denkt. Het is tijd voor de politiek om over die rolverdeling na te denken, in dialoog met de sector.”
Dat geflirt zorgt er mee voor dat het wantrouwen tussen Jambon en de cultuursector nooit helemaal weggewerkt is. “Hij heeft zich opgesteld als een bestuurder om middelen te vinden, al is de sector nog steeds een koele minnaar van hem”, zegt Schramme. “Men voelt het hart niet. Je voelt dat het niet zijn natuurlijke biotoop is. Jambon blijft een beetje een fremdkörper in de sector.”